Mitigatie en compensatie
Om op de juiste wijze te werken zonder beschermde flora en fauna te verstoren of beschadigen, wordt er gewerkt middels mitigatie en compensatie.
Mitigatie houdt in (Wikipedia):
Mitigatie is ook een term die gebruikt wordt in het kader van de Flora- en faunawet. Bij aantasting van het leefgebied van beschermde soorten planten en dieren kan de overheid mitigerende maatregelen eisen. Deze maatregelen zorgen ervoor dat beschermde soorten ook na de aantasting kunnen blijven voortbestaan in hun leefgebied, de ecologische functionaliteit blijft in dat geval behouden. Als dit niet het geval is, dan kan de overheid compenserende maatregelen voorschrijven waarbij buiten het oorspronkelijke leefgebied nieuw leefgebied wordt gemaakt (nieuwe natuur).
Een bijzondere vorm van mitigatie is “overmitigatie”. Dit gebeurt bij ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening waarbij niet zeker is hoeveel exemplaren van een bepaalde beschermde soort voorkomen in het gebied. Door maximaal in te zetten op bescherming van deze soort, kan een project in sommige gevallen toch doorgang vinden. Overmitigatie werd juridisch mogelijk doordat naast een ontheffing op de Flora- en Faunawet, ook de zogenaamde positieve afwijzing in het leven werd geroepen. Deze positieve afwijzing gaf aan dat door het nemen van voldoende maatregelen er geen overtreding van de flora- en faunawet plaatsvond. Men kreeg dan een afwijzing op de ontheffing maar mocht toch doorgaan met de plannen omdat er geen sprake was van overtreding. Deze positieve afwijzing is inmiddels op juridische gronden achterhaald maar was ecologisch gezien veruit de beste oplossing. Overmitigatie is hieruit ontstaan en voor het eerst in 2010 met succes toegepast door miecon. Tegenwoordig wordt overmitigatie nog steeds toegepast maar nu als voorbereiding op de uitkomst van lopende onderzoeken naar beschermde soorten.
Compensatie houdt in (Wikipedia):
Natuurcompensatie is een maatregel die genomen wordt om een voorzien verlies aan beschermde natuur, ten gevolge van het uitvoeren van een project (aanleg van wegen, waterwegen e.d.) in of nabij een “speciale beschermingszone”, te compenseren.
Een “speciale beschermingszone” is een gebied dat is aangewezen als habitat- of vogelrichtlijngebied in uitvoering van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn.
Het natuurcompensatiebeginsel uit deze Europese richtlijnen is onder meer in Nederland vertaald in de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet (en stond daarvoor reeds in het Structuurschema Groene Ruimte uit 1993[1]) en in Vlaanderen in het Natuurdecreet (of Vlaamse Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997).
Belangrijk is dat men slechts in laatste instantie naar natuurcompensatie mag grijpen, als er geen alternatieven voor het project beschikbaar zijn die minder schadelijke effecten hebben (bijvoorbeeld een alternatief traject van de weg), én als er geen verzachtende maatregelen mogelijk zijn (zoals oversteekplaatsen voor wild). Bovendien moet het gaan om een project dat nodig is omwille van “dwingende redenen van groot openbaar nut”.
Natuurcompensatie kan bestaan uit het verbeteren van de bestaande habitats van planten- en diersoorten die schade ondervinden van het project, of uit het ontwikkelen van nieuwe gebieden, de “natuurcompensatiegebieden”. “Ontwikkelen” betekent hier: verwerven, inrichten en op lange termijn beheren. De overheid die initiatiefnemer is van het project, is in principe verantwoordelijk voor de natuurcompensatie, hoewel de uitvoering ervan aan natuurbeschermingsorganisaties overgedragen kan worden.
JM ecologie b.v. heeft een ruime ervaring in het aanvragen en toepassen van mitigatie en compensatie.
Hierbij valt te denken aan het plaatsen van vleermuiskasten, het ontwikkelen van alternatieve vleermuisverblijven, het beschikbaar maken van alternatieve poelen voor amfibieën, het afvangen van vissen, het laten plaatsen van vleermuis hopovers, het plaatsen van amfibieënschermen, enz.